Nadat Annemieke met hulp van Gebke de hele buitenzijde van de trulli heeft gewit, is er nog één klus te gaan: het witten van de 'pinakels'. Buurvrouw Mina zei nog: "Dat moet jij als klimmer toch zelf kunnen?". Maar Arie durfde niet en 'Pino il Pittore' werd ingevlogen voor de spreekwoordelijke puntjes op de 'i'.
Pino is weer zo'n tip van de vroegere eigenaren van de trulli. Hij komt uit Fasano en komt in een vrolijke bui het werk opnemen. Hij neemt alle tijd voor bezichtiging en een praatje. 'Je geeft ze een vinger en ze nemen meteen je hele hand' blijkt ook in het Italiaans te bestaan: 'Se gli dai un dito, prende tutta la mano'. We komen daarop omdat we overeenkomsten tussen onze talen bemerken. Pino heeft ooit in Nederland gewerkt maar dat is 'm niet goed bevallen. Hij heeft nog geld van zijn Nederlandse compagnon van weleer tegoed. Zijn vertrouwen in Nederlanders is niet zo groot meer...
We spreken een prijsje af voor de vijf pinakelen; morgenochtend haalt hij eerst witte kalk en dan komt hij langs. Als het warmer wordt, staat hij al snel in blote bast en op blote voeten op de hellende steentjes. De achterkant van het huis gaat best snel maar dan de voorkant. als hij de buik van de trullo gaat doen, 'la pancha', vraagt hij hulp. Het dak, 'il cono', van deze trullo staat een beetje bol. Een indicatie dat het waarschijnlijk het oudste gedeelte van ons huis is. Zijn geknikte ladder staat niet heel stabiel en bij het beklimmen en afdalen moet ik de poten aan de onderkant even vastzetten met mijn voeten.
Als hij daarboven staat, op een meter of 5 hoog, ben ik blij dat hij het werk doet en niet ik. We sluiten de ochtend af met een espresso en, nou vooruit, één biertje. Mooi werk Pino!