Na een eerste toch wel woelig kort nachtje alleen in de Trullo, gaat m’n wekker om 07.00 uur af. Ja je wilt wel ‘up and running’ zijn als de ‘operai’ op de stoep staan. Om 09.00 uur nog geen teken van leven en de moed zakt me alweer in de schoenen. Toch maar Luca even geappt met de vraag wanneer ze komen. Gelukkig antwoordt 'ie (…) en zegt dat de operai in aantocht zijn. Die staan even later inderdaad op de stoep en willen uiteraard aan het werk.
Aangezien Luca en Francesco er nog niet zijn moet ik dus zelf aan de bak. “il corrente dove qui” en met veel gebaar en m’n liefste glimlach probeer ik ze wegwijs te maken waar ik stroom wil, stopcontacten etc.. De oude electriciën kijkt me sceptisch aan en denkt waarschijnlijk: “Wat moet ik met deze Hollandse dame die geen Italiaans spreekt?’, maar ik laat me niet van de wijs brengen en probeer de lijst met klusjes droog af te werken. Ze staan nog steeds niet heel erg open voor mijn manier van communiceren. Lopen weg als ik Google Translate aan zet en halen hun schouders op. Hmmm, ik moet het over een andere boeg gooien.
Caffè? Vraag ik dan maar... En ja hoor ze knikken enthousiast. Ik maak er een mooi dienblaadje van met twee keurige espressi, een glaasje water met ijsklontjes en veel koekjes. Nu heb ik de aandacht! Ik blijf ze voeren met nieuwe koffie en de communicatie loopt een stuk soepeler. Ze vragen waar ik m’n lampen gepositioneerd wil hebben en ik prijs hun werk.
Als ik om een uur of 2 vraag of ze ‘birra’ willen is het ijs helemaal gebroken. Een beetje schuldig lachend accepteren ze het, zo van ‘Kunnen we dit wel maken?’, maar ik lach ze gul toe: ‘toe maar jongens’. De rest van de dag werken ze knetter hard door in de brandende hitte…. petje af! M’n eerste dag als opzichter zit erop en ik ben eigenlijk best een beetje trots.
Anna